Hoe maak je een vluchtplan?
- Bepaal met je huisgenoten op een plattegrond de gemakkelijkste vluchtroute. Een goede vluchtroute gaat van boven naar beneden en bij voorkeur naar de straatzijde. Bedenk ook een tweede vluchtroute in het geval de eerste geblokkeerd is.
- Spreek af wie wat zal doen. Wie neemt de kinderen mee? Wie kijkt voor de huisdieren? Wie belt buiten het noodnummer 112?
- Haal obstakels weg op je vluchtroutes. Fietsen, vuilnisbakken of speelgoed zijn gevaarlijke obstakels als je in het pikdonker uit een huis vol rook probeert te geraken.
- Leg de sleutels van de buitendeur steeds in de buurt van die buitendeur. Je moet ze blindelings vinden.
- Oefen je vluchtplan regelmatig met alle huisgenoten. Een (geblinddoekte) ontsnappingstest is een leuke activiteit. Maak er een spelletje van voor de kinderen. Lukt het niet binnen de 3 minuten? Probeer het dan opnieuw.
3 minuten
Je hebt nu minder tijd om te ontsnappen bij een huisbrand dan 40 jaar geleden. De hedendaagse materialen, meubels en matrassen branden sneller dan de materialen die vroeger gebruikt werden.
Nu heb je amper 3 minuten om te ontsnappen. In 1980 was dat nog 17 minuten.