Gevaarlijke stoffen herkennen

Elk voertuig met gevaarlijke stoffen aan boord heeft een rechthoekig oranje gevaarsbord waar twee getallen op staan. Het bovenste getal van het bord geeft het gevaar aan, het onderste getal de stof. Geef deze getallen door als je belt naar 112 bij een ongeval.

Er is ook een ruitvormig gevaarsbord te zien. De hulpdiensten kunnen er het gevaar vanop afstand mee inschatten. De symbolen op die borden zijn gelijkaardig aan die van huishoudproducten. Het is slim om te weten wat ze betekenen, want een ongeval kan altijd gebeuren, thuis of op de weg.

Diensten Interventies IGS Herkennen 3

Het transport van gevaarlijke stoffen is geregeld in het ADR, een Europees verdrag dat door 53 landen is ingevoerd. 

Gevaarlijke stoffen worden ingedeeld in klassen. Dat zijn verzamelingen van stoffen met een gelijkaardig hoofdgevaar. 

Symbool Betekenis
Ontplofbare stoffen en voorwerpen

Bij deze stoffen is er een gevaar op explosie. Voorbeelden zijn vuurwerk, munitie en springstof. Varianten van deze oranje borden tonen alleen 1.4, 1.5 of 1.6, zonder symbool. Dat wijst op een gering ontploffingsgevaar.

Brandbare gassen

Brandbare of ontvlambare gassen zijn bijvoorbeeld waterstof en propaan. Als ze vrijkomen, kunnen ze in combinatie met de zuurstof in de lucht een zeer brandbaar mengsel vormen.

Niet-brandbare en niet-giftige gassen

Deze gassen zijn niet brandbaar en niet giftig, maar toch gevaarlijk omdat ze onder druk staan. Het gaat onder meer over zuurstofgas, koolstofdioxide, perslucht en helium. Door hitte of direct zonlicht kunnen gascilinders hevig barsten. Een lek kan leiden tot verstikking.

Giftige gassen

Onder giftige gassen vallen ammoniak en chloor. Deze stoffen veroorzaken zeer ernstige schade en kunnen dodelijk zijn.

Brandbare vloeistoffen

Dit zijn vloeistoffen die makkelijk ontbranden als ze in contact staan met de lucht. Niet de vloeistof zelf brandt, wel haar dampen. Denk aan diesel, benzine, aceton en ethanol.

Brandbare vaste stoffen

Deze stoffen komen in verschillende vormen: korrels, poeder of pasta. Sommige metaalpoeders en zwavel horen tot deze groep. 

Voor zelfontbranding vatbare stoffen

Zelfontbranding gebeurt als de productie van warmte sneller gaat dan de afvoer van warmte. Dat kan het geval zijn bij gedroogd rioolslib of gedroogde mest. We kennen dat als broei. Het treedt ook op bij doeken die met olie doordrenkt zijn, bijvoorbeeld na het oliën van een parket. Er zijn tot slot ook stoffen die door een reactie met zuurstof uit zichzelf ontbranden, zoals witte fosfor.

Stoffen die in contact met water brandbare gassen vormen

In combinatie met water vormen deze stoffen een brandbaar gas. Voorbeelden: metaalpoeders (aluminium, magnesium en zink) en calciumcarbide.

Oxiderende stoffen

Oxiderende stoffen zijn niet noodzakelijk zelf brandbaar, maar kunnen de verbranding van andere stoffen wel veroorzaken of bevorderen. Ze doen dat door zuurstof af te geven. Chloorgas, zuurstofwater, kaliumnitraat en salpeterzuur zijn oxiderend.

Organische peroxiden

Organische peroxiden zijn uit zichzelf brandbaar en brandbevorderend. Ze geven zuurstof af bij de reactie en versterken daardoor de brand. Voorbeelden: basisgrondstoffen voor rubber en verschillende kunststoffen. Een aantal van die stoffen moet koud bewaard worden omdat ze anders uit zichzelf reageren. Veel organische peroxiden branden hevig.

Giftige stoffen

Giftige stoffen zijn er in vaste of vloeibare vorm. Voorbeelden zijn pesticiden of herbiciden, maar ook chemische stoffen zoals cyanide. De aanduiding geldt voor stoffen die acuut schadelijk zijn en snel effect hebben. De mate van effect hangt af van de opgenomen dosis.

Infectueuze stoffen

Deze stoffen bevatten ziektekiemen, zoals bacteriën en virussen. Ze kunnen mensen of dieren ziek maken. Vaak zijn dit medische stalen of medisch afval.

Radioactieve stoffen

Stoffen die ioniserende straling uitsturen, zijn radioactief. Ze hebben diverse toepassingen in de medische wereld, elektriciteitsproductie en de industrie. Blootstelling kan acute effecten geven, zoals misselijkheid, en uitgestelde effecten, zoals kanker.

Bijtende stoffen

Bijtende of corrosieve stoffen beschadigen weefsel. Ze kunnen dampen afgeven en je ogen, luchtwegen en huid irriteren. Bijtende stoffen zijn zuren en basen, denk bijvoorbeeld aan ontkalker en ontstopper.

Andere gevaarlijke stoffen

Dit zijn stoffen of voorwerpen die tijdens het vervoer een gevaar vormen dat niet bij de andere groepen past. Of ze combineren net veel losgekoppelde gevaren. Het klassieke voorbeeld: zelfopblazende reddingsvlotten.

De symbolen in een witte ruit met een rode rand op chemische producten waarschuwen je voor gevaar. 

De Europese wetgeving over verpakkingen is gebaseerd op het Global Harmonized System (GHS) van de Verenigde Naties. Dat wordt wereldwijd gebruikt.

Symbool Betekenis
Ontplofbaar

Deze producten kunnen ontploffen als er warmte of vuur bij de stoffen komt of door een harde schok. 

Ontvlambaar

Ontvlambare producten vatten makkelijk vuur in de buurt van een warmtebron zoals een sigaret of vonk.

Oxiderend
Oxiderende stoffen maken zuurstof vrij en veroorzaken of versnellen hierdoor brand. 
Houder onder druk
Deze producten worden onder druk opgeslagen. Ze kunnen falen, met een explosie als gevolg. Dat kan ook gebeuren als je ze blootstelt aan hoge temperaturen.
Bijtend

Bijtende of corrosieve producten vernietigen je huid en je slijmvliezen bij contact. Ze kunnen zware (brand)wonden veroorzaken.

Giftig

Giftige producten zijn zeer gevaarlijk als je ze inademt of inslikt, zelfs bij kleine hoeveelheden. Ze kunnen zelfs dodelijk zijn.

Irriterend of schadelijk

Deze producten irriteren je huid, ogen of slokdarm. Ze kunnen voor jeuk, rode huid en ontstekingen zorgen als je ze vaak of lang gebruikt.

Gevaarlijk op lange termijn
Dit symbool wijst erop dat het product erg gevaarlijk is voor de gezondheid. De effecten zie je mogelijk niet meteen, maar pas na langere tijd, zoals het geval is bij kanker.
Schadelijk voor het milieu
Deze producten zijn schadelijk voor onze leefomgeving. Ze kunnen onder meer vissen- en bijensterfte veroorzaken.

Wat bij een groot incident met gevaarlijke stoffen?

Bij een ongeval in een chemisch bedrijf of sevesobedrijf kan de overheid je vragen om te schuilen. Dat is de beste manier om jezelf te beschermen.

Schuilmaatregel

  • Ga naar binnen in het dichtstbijzijnde gebouw en blijf binnen.
  • Sluit ramen en deuren. Schakel ventilatie-, verwarmings- en aircosystemen uit. 
  • Ga indien mogelijk naar een hoger gelegen verdieping.
  • Luister naar de aanbevelingen van de overheid via radio, tv en officiële websites. Telefoneer niet onnodig om het netwerk niet te belasten.
  • Laat je kinderen op school. Ze volgen dezelfde aanbevelingen.

Schuilen is een tijdelijke maatregel. Je moet maximaal enkele uren schuilen. 

Evacuatie

  • Je evacueert nooit op eigen initiatief, maar wacht op instructies van de hulpdiensten.
  • Je kan evacueren naar familie of vrienden buiten de getroffen zone, of naar een onthaalcentrum. Je krijgt de nodige informatie van de hulpdiensten.
  • Meestal zal je moeten evacueren met je eigen voertuig. De gemeente- of hulpdiensten brengen je op de hoogte als er een busdienst georganiseerd wordt.

Schrijf je in op BE-Alert, het alarmeringskanaal van de overheid.

Meer over interventies